Digital Happiness 3 De synthetische generatie
Sociologen zijn het erover eens: generaties worden gemaakt tijdens de zogenaamde ‘formatieve jaren’. Dat speelt zich af tussen het 10e en 25e levensjaar. Gebeurtenissen komen dan extra hard binnen. De frontale cortex is dan nog volop in ontwikkeling, de nucleus accumbens, het prikkelcentrum, heeft het leven in de greep.
In die vormende jaren ontwikkelen kinderen zich tegenwoordig op twee manieren. Fysiek, vergelijkbaar met voorgaande generaties, maar nu ook digitaal. Dit is de eerste generatie die met deze dubbele identiteit tot volwassenheid komt. Wat de jeugd online doet, is een weerspiegeling van de onzekere en veranderende wereld waarin deze generatie opgroeit. Behalve leiders van dit ogenschijnlijke dubbelleven zijn ze de eerste generatie die uit deze mix van realiteiten een nieuwe ordening proberen te scheppen. Voor hen is het internet een metamodernistisch pretpark waar iedere realiteit maakbaar is, maar ook een plek waar een morele mist hangt en nieuwe gedragsregels ontstaan.
Generaties laten zich niet zomaar vangen in een stuk techniek. Het karakter van een generatie is nooit de technologie zelf. De opvoeding, de tijdgeest en alles wat ze bewust meemaken in hun jeugd speelt een belangrijke rol. Als een spons zuigen ze alles op en dit vormt de zogenaamde ‘Grundintentionen’, om de woorden van Karl Mannheim, de grondlegger van het generatiedenken er maar eens bij te halen.
Publication year | 2019 |
---|---|
Published by | Sogeti |
Pages | 48 |
Authors | Sander Duivestein, Menno van Doorn, Thijs Pepping |